Hengelo
Ruim 50 belangstellenden namen op 10 mei 2016 deel aan de eerste lokale debat in het kader van het CMO-project Tegengeluid en Perspectief. Daaronder een flink aantal jongeren. Het debat vond plaats in moskee
Ertugrul Gazi te Hengelo.

In zijn bijdrage benadrukte CMO-voorzitter Rasit Bal dat radicalisering iets is van alle tijden. Momenteel is het probleem dat islamitische radicalisering van buitenaf te veel aandacht krijgt en vanuit de moslimgemeenschap te weinig. Het is volgens hem van belang dat er 10 tot 15 ‘stevige personen’ vanuit de gemeenschap door het CMO worden opgeleid, zodat het publieke debat niet alleen wordt gevoerd door niet-moslims.  Selim Kandemir vroeg aandacht voor de kloof tussen de generaties, die volgens hem bijdraagt aan vervreemding. Ze snappen elkaar niet. Jongeren moeten binnen de organisaties (van de eerste generatie) een plek krijgen anders gaan ze die plek elders zoeken. Cemil Yilmaz stelde dat we het kunnen hebben over uitsluitingsmechanismen maar dat we moeten het zeker ook bij ons zelf zoeken. Radicaliseringsproces is een veelkoppig monster. Jongeren moeten niet tegen gesloten deuren aanlopen.

Opvallend vaak kwam tijdens de discussie de negatieve rol va de media in beeld. Hoe krijgen we als moslimgemeenschap positief nieuws onder de aandacht? Daarnaast werd de rol van imams besproken. De imam is een leraar over de islam die mij moet helpen de islam te begrijpen, zei een jongere. Imams moeten aansluiting vinden met die Nederlandse context. Opleiden hier is essentieel. Ook het belang van dialoog werd onderstreept, net als de zuigende werking van discriminatie en uitsluiting. Bij alles was steeds de vraag: wat doen wij als ‘gemeenschap’ zelf om problemen aan te pakken?

 

Den Haag 1

Ruim 70 deelnemers kwamen op 18 mei 2016 samen in moskee Nour al Islam tijdens de eerste regionale bijeenkomst in het kader van het CMO-project Tegengeluid en Perspectief.

Imam Muhiyuddin Hansildaar gaf in zijn inleiding mee dat het woord radicaal ten onrechte alleen negatieve reacties en gevoelens oproept. Radicale verandering binnen jezelf is juist een belangrijke plicht voor iedere moslim. Dat is de innerlijke, de grote Jihad, die bijdraagt aan een betere samenleving. Mohamed Ghay stelde dat vervreemding een heel belangrijk issue is, dat diepgeworteld zit bij veel jongeren en ontstaat door een gebrek aan binding en vertrouwen. Het politieke discours is wantrouwend richting moslims, Daar komt bij dat de bestaande organisaties van moslims – zoals het CMO – niet of slecht functioneren. Het is meelopen met de overheid. Moslims moeten hun eigen agenda bepalen en hun eigen organisaties oprichten die echt opkomen voor hun rechten. Martijn de Koning benadrukte da vervreemding niet direct tot radicalisering leidt, maar dat er wel een duidelijke relatie is. Bijna alle Syrië-gangers die hij sprak voelden zich vervreemd en hadden een groot wantrouwen tegen bestaande instituties en tegen de samenleving als geheel. Daarbij is van belang dat er binnen de islamitische gemeenschappen zelf personen zijn die tegen moslimjongeren zeggen dat zij inderdaad geen onderdeel van de Nederlandse samenleving uitmaken. Dat werkt vervreemding in de hand.

In de levendige discussie stond het wantrouwen van jongeren in bestaande instituties centraal. Daarbij gaat het niet alleen om de politiek, de overheid en de politie, maar net zo goed om de eigen structuren, waaronder de moskeeën. Ook daar vonden jongeren gesloten deuren of een imam die niet met hen wilde praten. Moskeeën moeten daarin veranderen, en zich meer richten op de Nederlandse situatie. Naast het religieuze domein ligt er mogelijk ook een maatschappelijke taak. Hoe betrek je jongeren er op een inspirerende manier bij?

Verder werd stilgestaan bij het belang van goed onderwijs en kennis over de islam. Meer specifiek werd de vraag gesteld hoeveel religieuze kennis je nodig hebt om jongeren die (dreigen) af (te) reizen daarvan af te houden? Daarbij kwam naar voren dat het gemiddelde kennisniveau over de islam bij de meeste Syrië-gangers niet zo hoog is maar dat ze wel heel religieus zijn en vooral veel weten over het concept Jihad.

 

Arnhem

Ruim 60 geïnteresseerden namen op 24 mei in Arnhem deel aan de derde lokale bijeenkomst in het kader van het CMO-project Tegengeluid en Perspectief. Plaats van handeling was het Ahmed Yesevi Cultureel Centrum.

 

In zijn inleiding brengt CMO-voorzitter Rasit Bal onder de aandacht dat nieuwkomers geen eigenaar worden van de gedeelde waarden in Europa, ook omdat die niet duidelijk genoeg worden uitdragen. Er zijn veel uitsluitingsmechanismes in werking. Enes Öz merkt op dat ouders, imams, jongeren en leraren het samen moeten doen. Talenten zijn er volgens hem genoeg: het gaat om de ontplooiing ervan en om communicatie. Jongeren moeten zelfkritisch zijn en er voor 100% voor gaan. Rabia Karaman put vooral uit eigen ervaring. Zij was de beste leerling van haar klas, maar wat ze ook deed, het was nooit goed genoeg. Dat had een groot effect op haar identiteitsvorming.

In de discussie kwamen uitsluiting, zelfreflectie en mogelijkheden uitgebreid aan de orde. Een deelnemer bracht alles mooi samen: ‘We kunnen blijven roepen dat er onrecht en discriminatie is. En dat is natuurlijk zo. Maar we moeten ook de hand in eigen boezem steken, zelfkritisch zijn, Hoe ga je om met al je identiteiten. Dat vraagt om zelfvertrouwen, waarbij je jezelf richt op Nederland. Maak gebruik van de rechten die je hier hebt’. Aanvullend werd gewezen op het belang van goede informatievoorziening op middelbare scholen over de islam.

Op religieus vlak werd daaraan toegevoegd dat de diversiteit van de islam benadrukt moet worden om het stereotype beeld te doorbreken. Maar dat vraagt ook om religieuze leider en vertegenwoordigers die genoeg kennis en vaardigheden hebben om dat op een goede manier aan de samenleving te tonen. Dat vraagt om een inhaalslag.


Rotterdam 1
In moskee Essalam (Rotterdam) vond op 26 mei 2016 het tweede regionale debat plaats in het kader van het CMO-project Tegengeluid en Perspectief. Ruim 60 belangstellenden waren op de bijeenkomst afgekomen, waaronder een flink aantal jongeren.

Uit onderzoek van SPIOR moeten de trieste en indringende conclusies zijn dat er sprake is van structurele fysieke en verbale discriminatie en uitsluiting, zegt directeur Marianne Vorthoren. Beiden zijn in haar optiek een belangrijke voedingsbodem voor radicalisering. Maar wat verstaan we daar precies onder, vraagt imam Aboe Ismaïl zich af. Visies liggen ver uit elkaar. Hij pleit voor een gezamenlijke aanpak van radicalisering, en wijst op de eigen verantwoordelijkheid, onder meer van imams, die vaak te passief zijn. Imam Azzedine Karat vraagt om een realistische visie op de rol van de imams. Zij worden 24/7 op hun religieuze en maatschappelijke taken aangesproken en daarbij vaak nauwelijks ondersteund door moskeebesturen.

In de discussie komt de rol van de imam veelvuldig terug. Hij zou beter moeten worden toegerust op zijn taken in Nederland – zowel taal als context.  Maar ook de verantwoordelijkheid van ouders en de eigen organisaties komt veelvuldig terug. Er is in de zaal veel verzet tegen het verbod op salafistische organisaties, ook bij de plaatselijke PvdA. Orthodoxie mag niet verward worden met extremisme. Met het pleiten voor een verbod op een gedachtengoed vervreemd je jongeren. Sociale hechting en religieuze stabiliteit zijn nodig om jongeren aan de samenleving te binden, besluit imam Aboe Ismaïl.
Almere
Ruim 30 deelnemers debatteerden op 29 mei 2016 in buurthuis de Ruimte in Almere tijdens de derde lokale bijeenkomst in het kader van het CMO-project Tegengeluid en Perspectief
.

Bij de inleidingen van Yassin Elforkani, Alaeddine Touhami en Mohammed (vader Syrië-ganger) lag de focus op de manier waarop radicalisering kan worden aangepakt en de factoren die tot radicalisering leiden; de verantwoordelijkheid van de imams; het gebrek aan spiritualiteit en de nadruk in te dagelijks leven op ‘schijn in plaat van zijn’ (uiterlijk versus innerlijk).

In de discussie werd de rol van de imams uitvoerig besproken. Enerzijds zijn de verwachtingen hoog en geven imams zelf aan het gevoel te hebben regelmatig tekort te schieten en ook lang niet altijd de mogelijkheden hebben om aan die verwachtingen te kunnen voldoen, Aan de andere kant wordt geconstateerd dat de religieuze infrastructuur van moslims in Nederland zwak is. Werk aan de winkel dus.

Ook de verantwoordelijkheid van ouders en het belang van opvoeding kwam naar voren. De zoektocht van jongeren naar zingeving moet breed en positief begeleid worden.  Daar ontbreekt het vaak aan en is ondersteuning nodig. Gevoelige onderwerpen moeten binnen de gemeenschap bespreekbaar worden gemaakt. Aandacht voor positieve ontwikkelingen en het gebruik maken van onbenut talent en kennis is daarbij belangrijk. Het persoonlijk verhaal van Mohammed was voor veel deelnemers aangrijpend en veelzeggend.

 

Schiedam
Een kleine 30 deelnemers kwamen op 5 juni 2016 af op de vierde lokale bijeenkomst in het kader van het CMO-project Tegengeluid en Perspectief. De meeting vond op plaats in moskee Muradiye in Schiedam.

In de inleidingen van Zeynep Erdogan, Halil Karaaslan en Welmoet Boenden, kwam onder meer naar voren dat er alleen negatieve aandacht is voor zaken die raken aan etniciteit en religieuze achtergrond. Jongeren hebben last van deze manier van ‘meten met twee maten’. De negatieve invalshoek van onder meer de media heeft groot effect op de identiteitsontwikkeling van jongeren. Het ontbreken van een positief signaal van ‘de ander’ wordt gemist en leidt tot gevoelens van uitsluiting. Maar ook het gemis aan zelfreflectie is een probleem.

Tijdens de discussie wordt veel gesproken over het probleem van segregatie. Dat moet worden doorbroken. Alleen door het onderling ‘mengen’ kunnen problemen echt worden aangepakt. Het gaat daarbij niet zozeer om tolerantie, maar om acceptatie. Naast een ‘kloof tussen culturen’ is er sprake van een intergenerationele kloof., die ook tot vervreemding kan leiden.

 

Utrecht 1

In de Utrechtse moskee Omar Al Farouk vond op 19 juni de vierde lokale bijeenkomst plaats in het kader van het CMO-project Tegengeluid en Perspectief. Ruim 70 deelnemers kwamen luisteren en meepraten. 

Na een korte uitleg over het doel van het project Tegengeluid en perspectief van het CMO volgen drie inleidingen

Mohamed Ajouaau spreekt over zijn ervaringen als geestelijk verzorger in de gevangenissen. Dat doet hij – met het CMO als zendende organisatie – sinds 2008. Hij maakt zich hard voor de begeleiding van jongens; hen het rechte pad wijzen is een belangrijk onderdeel van zijn werk. De meeste gedetineerden hebben de moskee weinig of niet bezocht, maar worden tijdens hun detentie vaak religieuzer. Rasit Bal maakt duidelijk dat CMO is de zendende instantie van mams voor de krijgsmacht, in ziekenhuizen/zorginstellingen en in gevangenissen. Het CMO probeert te werken aan een betere beeldvorming over moslims in Nederland en doet dat in interactie met de overheid en de samenleving. Daarbij probeert het CMO de middenweg (al-wasat) te verwoorden, maar dat geluid krijgt minder aandacht dan de extremen, die vaak ook betere woordvoerders hebben. Abdelmajid Kairoun: “Wij geven de boodschappen die wij van de achterban horen door aan het veld en andersom. Waar het ook over gaat.  Op allerlei deelterreinen zijn er vanuit de moskee projecten en activiteiten geïnitieerd, zoals voorlichting en opvoedingsondersteuning”.

 

De discussie spitse zich toe op drie deelterreinen:

Jongeren
Jongeren krijgen via media en het internet de verkeerde informatie. Dat ligt niet aan de moskeeën. Maar jongeren worden in sommige moskeeën wel gerekruteerd via de moskee. Ook speelt dat jongeren die willen terugkeren bij de gemeenschap vaak een dichte deur vinden bij de moskee en de imam. Bovendien praten ouders praten veel te weinig met hun kinderen.  Een ander probleem is dat veel migrantenkinderen een te laag schooladvies krijgen. Maar het ligt ook aan de eigen gemeenschap. Imams, godsdienstleraren en onderwijzers hebben vaak veel te weinig kennis van de Nederlandse taal en context.

 

Overheidsbeleid en reacties daarop

Veel kritiek was er op de overheid. Vooral het idee dat er met twee maten wordt gemeten leeft heel sterk. Dat werd uitvergroot door de AOW-kwestie die de dag voor het debat naar buiten kwam. Binnen de eigen gemeenschap is er veel te weinig kennis over de Nederlandse geschiedenis. Die staat volgens een deelnemer voor beroven, benadelen, kolonialisme en ga zo maar verder. Veel ging het over de pro-Israëlische stellingname van de Nederlandse overheid. Die zou ook hier doorwerken. Waarom krijgen synagogen wel bewaking en moskeeën niet! Dat wordt gelijk in de sociale media door jongeren opgepakt.

Versterken van het eigen geluid en van het CMO

Gepleit wordt voor het oprichten van een eigen zuil en versterking van het CMO. Volgens anderen wordt daar geen ruimte voor geboden. “We weten wat er aan de hand is, maar om er ook wat aan te doem heb je een apparaat en geld nodig. Het apparaat is sterk genoeg als onze kinderen in problemen komen. Waarom dan niet preventief, waarom zijn daar geen middelen of faciliteringsmogelijkheden voor?” Gevraagd werd op welke manier het CMO haar tanden laat zien aan de overheid. Er heerst een sterk gevoel niet serieus genomen te worden. Rasit Bals’ uitleg over lange stroperige procedures wordt niet geaccepteerd. Uitleggen is voorbij wij willen ook wat nieuwsgierigheid van de andere kant. Volgens Bal wordt het CMO  niet verzwakt door overheid, maar door de gemeenschap en de afzonderlijke koepels of moskeeën. “Voor ik Asscher kan aanspreken op het beleid van de staat Israël, moet ik eerst mijn eigen zaken op orde hebben”.

 

Rotterdam 2

In centrum de Middenweg in Rotterdam kwamen op 24 juni zo’n 40 mensen samen bij het vijfde lokale debat in het kader van het project Tegengeluid en Perspectief van het CMO.

Bas van Noppen opende de avond namens de Middenweg. Hij noemt het centrum een moskee voor de gewone moslim, een centrum voor iedereen. Veel bekeerlingen voelen zich wel welkom maar niet thuis in de meeste Turkse en Marokkaanse moskeeën, onder andere door de voertaal. Hier wel. Het is een mooie afspiegeling van de Rotterdamse samenleving, een prachtige mix van culturen

Marianne Vorthoren, directeur van SPIOR, noemt de Middenweg een verrijking. Het centrum biedt podium aan een kritisch gesprek en een open debat, waarin ook orthodoxie ruimte krijgt. Veel moskeeën hebben nog een bestuur van lieve ooms waar eindeloos een beroep op wordt gedaan. De overdracht is niet geregeld. Maar het is wel essentieel dat de moskeeën een eigen geluid laten horen, dat jongeren zich er thuis voelen en dat men met hen in gesprek blijft. SPIOR werkt daarom met deskundigen, waaronder imams en sleutelfiguren. Niet alleen tegen radicalisering, maar ook tegen islamofobie.

Het debat tussen Carel Brendel en Nourdeen Wildeman focust op de centrale vraag of de Dawah-beweging een wapen is tegen radicalisering of juist niet. Daarbij werden op een respectvolle manier bekende standpunten uitgewisseld. Brendel houdt vast aan zijn negatieve visie op de Moslimbroederschap en de invloed die deze beweging zou hebben op de Dawah-beweging in Nederland. Hij herhaalt zijn afkeer tegen de haat zaaiende uitspraken van imams als Haitham al-Haddad en Khalid Yassin. Hij geeft aan de mensen als Azzedine C. ook voortkomen uit de Dawa-beweging. De beweging is daarom een kweekvijver voor radicalisering. En bovendien: het slachtoffer-denken wordt ook gepreekt in de gewone moskee. Brendel zegt wel onderscheid te maken tussen Suhayb en Elforkani of Wijbinga. Maar hij ziet toch het liefst de nog ‘liberalere’ varianten. Sterker nog, centraal is zijn boodschap staat: “we hebben de religie hier van ons afgeschud, we zijn ontkerkelijkt, en nu krijgen we de islam’.

Nourdeen zit als bewijs voor de positieve invloed van de Dawa-beweging dat dat in België, waar ze veel zwakker is dan hier, veel meer uitreizigers zijn.  Geradicaliseerde jongeren zijn hun banden met hun omgeving kwijt. Dawa is de verkondigen van de islam, van een deugdelijk leven, hechte verbanden, sociale participatie, actief moskeebezoeker en actief in de moskee. Juist het tegendeel van de isolatiemethodes van ronselaars. Vanuit de Dawa-beweging komt volgens Nourdeen juist een duidelijk en consequent weerwoord tegen ISIS. Oer-conservatisme is prima, zolang er maar geen grens wordt over gegaan. Als je daar problemen mee hebt, wees dag gewoon eerlijk en zeg: ik heb problemen met de islam. Je (Brendel) zegt eigenlijk Islam moet weg als je zegt ik wil een SP-er die niet naar de moskee gaat of je bent enthousiast over moslims die willen drinken en niet willen bidden. Nourdeen vindt het grootste probleem dat de overheid heel veel sociale druk op ‘de ‘moslimgemeenschap’ legt om zich te distantiëren van dit of te debatteren over dat, terwijl er geen oog is voor de eigen dynamiek, het eigen initiatief. “Zelfs blij de steun aan vluchtelingen ben ik zieltjes aan het winnen als ik alleen voor eten, drinken en dekens zorg”.
Den Haag 2

De Turks Islamitisch Culturele Stichting in Den Haag was op 25 juni het toneel van het zesde lokale debat in het kader van het project Tegengeluid en Perspectief van het CMO. Een kleine 30 deelnemers kwamen meediscussiëren.

Voorzitter Tasin Cettinkaya opende de avond. Hij benadrukte het belang van een tegengeluid. Zowel tegen Wilders als tegen Daesh.

Naima Ajouaau legt in haar bijdrage vooral de nadruk op het feit dat het perspectief vanuit de gemeenschap zelf moet komen. Uit haat werkervaring neemt ze mee dat moslimjongeren alleen worden gedoogd. Ales is mogelijk als we de goede netwerken hebben. Mee reflectie op het eigen functioneren; woede omzetten in positieve energie.

Ayberk Köprülü geeft aan dat radicalisering vooral vanuit veiligheidsperspectief wordt benaderd, terwijl wij niet bezig met veiligheid maar met preventie. Het gaat daarbij om het bieden aan jongeren van een pedagogisch perspectief voor het omgaan met extreme idealen tijdens de identiteitsvorming.  Dat proces moet begeleid worden door ouders, imams, docenten etc. Het begint met inleving zonder hun ideeën te delen. Belangrijk is dat het hier zijn en hun positie in deze samenleving wordt benadrukt Een oprechte en onbevooroordeelde houding en inleving is essentieel. Verder is het belangrijk orthodoxie: niet te verwarren met radicalisering. Orthodoxen zijn immers alleen bezig met hun zelf, radicalen met de buitenwereld. Een laatste valkuil is de islamisering van radicalisering. Trap er niet in en heb ook oog voor de vele andere vormen van radicalisering. Het gaat altijd om herkennen, luisteren en begeleiden.

Yasin Korcak – algemeen coördinator TFN – stelt dat Turken er trost op mogen zijn dat ze Turk zijn. Maar we moeten hier ook een plek krijgen. Identiteitsvorming van jongeren is daarbij belangrijk. Daar moeten ouders grip op houden. Het politieke klimaat en de ontwikkelingen in het Midden-Oosten hebben grote invloed. Bij Turken is vooral isolatie en vervreemding een probleem niet zozeer radicalisering Jongeren moeten zelf het tegengeluid geven.

In de discussie staan identiteitsvorming, school en het meten met twee maten centraal. “Ben ik Turk of Nederlander, of ben ik moslim. De nieuwe generatie spreekt half Nederlands half Turks en er wordt verwacht dat je Turks spreek. Je hoort je eigen cultuur te kennen; daar moet je trots op zijn”. “Ik voel me wel thuis, maar wordt niet begrepen. Ik moet mijn Turkse identiteit verbergen. Het lijkt wel of ik dan ambassadeur ben van Turkije. Het lijkt alsof ik het Turks zijn niet mag laten zien.” En: “Je kan wel moslim zijn in Nederland maar er is een steeds negatiever beeld over de islam. Er was altijd een discussie over integratie, maar opeens ging het alleen nog maar over islam en radicalisering”.

School
Uit de zaal: “Opvoeding is heel belangrijk, maar ook school”. “Tip aan docent: als een aanslag gebeurd, ga het gesprek aan, vraag ook niet, wat vind jij ervan als moslim”. “Op scholen heersen ook veel complottheorieën, onder andere over de kracht van de joodse lobby”. “Grootste probleem is het gebrek aan gemengde scholen. Er is geen discussiecultuur; thuis niet en ook op (de zwarte) school niet. Gemengde scholen zijn een belangrijk middel voor het oplossen van veel van de problemen die we vandaag bespreken”.
Politiek en media

Veel werd gediscussieerd over de rol van politiek en media. “De Nederlandse media en politiek eisen van ons dat we ons distantiëren van alles. Er staat enorme druk op. Waar komt het vandaan dat wij steeds moeten, moeten…dat leidt tot machteloosheid.”. Er heerst onder de deelnemers een sterk gevoel van meten met twee maten niet stilstaan bij aanslagen in Ankara of in het Midden-Oosten. Anderen noemen het een eigen keuze: “Op een moment dat er iets met een moslims gebeurd voel ik mezelf meer verbonden. En in de Turkse media in Turkije is ook veel negatieve berichtgeving over christenen en Koerden”.

Sociale media: hoe was het daarop vandaag? Jongere: “Iedereen voelt zich erdoor aangesproken. Maar het zijn allemaal Facebookfilosofen en internethelden. Ik ben een sample voor de maatschappij. Je moet gewoon met feiten komen.  Ik heb nergens last van; ik ben weerbaar”.

 

Utrecht 2
Op 29 juni organiseerde het CMO in de Ulu moskee in Utrecht het vierde regionale debat in het kader van het project Tegengeluid en Perspectief. Voor het debat aanving werd in bijzijn van de burgemeester van Utrecht stilgestaan bij de aanslag in Istanboel.  Er namen uiteindelijk ruim 60 mensen deel aan het debat.

Er waren drie inleiders. Sheily Belhaj brengt ter sprake dat de aanslagen in Europa zoals in Parijs en Brussel veel aandacht krijgen van de media maar de aanslagen elders in de wereld nauwelijks. Wat dat betreft was het mooi dat de burgemeester nu aanwezig was en de vlaggen halfstok hingen. Toch overheerst het idee dat er met twee maten wordt gemeten. Het gaat ook om het gevoel dat je niet serieus genomen wordt.

 

Ayberk Köprülü geeft aan dat radicalisering vooral vanuit veiligheidsperspectief wordt benaderd, terwijl wij niet bezig zijn met veiligheid maar met preventie. Het gaat daarbij om het bieden aan jongeren van een pedagogisch perspectief voor het omgaan met extreme idealen tijdens de identiteitsvorming.  Dat proces moet begeleid worden door ouders, imams, docenten etc. Het begint met inleving zonder hun ideeën te delen. Belangrijk is dat het hier zijn en hun positie in deze samenleving wordt benadrukt Een oprechte en onbevooroordeelde houding en inleving is essentieel. Verder is het belangrijk orthodoxie: niet te verwarren met radicalisering. Orthodoxen zijn immers alleen bezig met hun zelf, radicalen met de buitenwereld. Een laatste valkuil is de islamisering van radicalisering. Trap er niet in en heb ook oog voor de vele andere vormen van radicalisering. Het gaat altijd om herkennen, luisteren en begeleiden.

Deniz Özkanlı stelt dat het met de Turkse jongeren in Nederland het relatief goed gaat e dat er en in de moskeeën van de ISN een donkere praktijken plaatsvinden. Maar 1% van de radicaliserende jongeren is van Turkse afkomst. “Onze imams en activiteiten spelen daar ook een rol in. We willen andere organisaties en gemeenschappen die hiermee worstelen helpen. Waar onze jongeren wel mee te maken hebben is vervreemding, uitsluiting. We horen deze avond graag hun ideeën en hun geluid. Oorzaken voor vervreemding zijn talrijk. Er zijn veel problemen en vooroordelen over moslims, Turken en moskeeën. 61% van de docenten in het middelbaar onderwijs constateert islamofobe incidenten. Jongeren met een migrantenachtergrond worden niet in gelijke mate toegelaten op de arbeidsmarkt. Jongeren worden aangesproken op hun identiteit en voelen zich steeds minder onderdeel van de samenleving. Dat is een probleem van ons allen. Wij spreken de overheid en anderen daar regelmatig op aan. Maar wat kunnen wij nog meer doen? Als Turkse Nederlanders dienen we ook te laten zien dat we met onze wortels, cultuur en religie kunnen bijdragen aan de samenleving”.
In de discussie kwam allereerst naar voren dat polarisatie voedingsbodem kan zijn voor radicalisering. Vanuit de gemeente wordt aangeven dat we te maken hebben met veel verschillende vormen van radicalisering (rechts, links, religieus, milieu, etc), die om verschillende aanpakken vragen.  De voorzitter van de Ulu Moskee geeft aan dat radicalisering veel met emoties te maken heeft. De media spelen hierbij een groot rol, omdat de islam en moslims steeds aangevallen worden. Dit wekt wantrouwen op bij moslimjongeren en organisaties, waardoor er vervreemding plaatsvindt. De aanpassing aan de Nederlandse samenleving is belangrijk maar de Nederlandse samenleving moet de moslims ook tegemoetkomen.

Uitvoerig wordt stilgestaan bij de situatie op scholen. Tekenend is een voorbeeld dat een Marokkaanse VWO-6 leerling geeft: “Ik heb me altijd als een Nederlander gevoeld maar de leraar op school stelt vragen bij sommige onderwerpen hoe ‘wij’ het doen, ‘bij ons is dat zo, hoe zit dat bij jullie?’ Hij had het laatst over Noord-Afrika en dat mensen daar niet met machines werken omdat ze daar niet de mentaliteit en het denkvermogen voor hebben. Het is gevaarlijk wat hij doet, want de leerlingen denken dat de docent gelijk heeft en de waarheid vertelt. Leraren moeten bewust zijn van hun woorden omdat die tot vervreemding en radicalisering kunnen leiden bij jongeren”.
Amsterdam
Op 2 juli 2016 organiseerde het CMO in de Blauwe Moskee in Amsterdam het laatste (regionale) debat plaats in het kader van het project Tegengeluid en Perspectief. Meer dan 50 mensen kwamen discussiëren en samen eten.

Stadsdeelvoorzitter Achmed Baadoud spreekt in zijn welkomstwoord zijn waardering voor de Blauwe Moskee uit vanwege de transparantie van de moskee en het feit dat de moskee Nederlands als voertaal aanhoudt. Het stadsdeel Nieuw West richt zich op preventie en probeert jongeren perspectief te bieden door drie smaken aan te bieden: school, werk of de cel. Ook doet het stadsdeel mee aan ‘pak je kans’; veel jongeren zijn ingestroomd. De uitdaging ligt bij het kunnen doorbreken van de cirkel. Het is een taak voor de gemeente om ervoor te zorgen dat jongens niet geronseld worden. De moskee heeft een belangrijke positie, ook omdat ze in staat zijn om kennis over de islam te vergroten. Daarom is het essentieel dat preken in het Nederlands gehouden worden. Uitdaging: hoe geven we jongeren een stukje geschiedenis en cultuur mee.

CMO-voorzitter Rasit Bal spreekt zijn zorgen uit over het destructieve effect van processen als discriminatie en uitsluiting op de inspanningen van moslims om zich in de Nederlandse samenleving te wortelen. De gemeenschap blijkt slecht in staat om zich daartegen te weren. Het vergroten van weerbaarheid is daarom een belangrijk onderdeel van het project Tegengeluid en Perspectief. Dat bereik je ook door mee te doen, je in te zetten voor ene pluriforme samenleving waar iedereen gelijk is. en waar moslims meedoen aan het maatschappelijke discours.

In de interactieve discussie ligt de nadruk op oplossingsrichtingen, de rol van de moskee en imam en (gevoelens van) discriminatie en uitsluiting.

Sandra Doevendans vindt het onze burgerplicht om het thema radicalisering op te pakken Het is noodzakelijk om met elkaar in gesprek te gaan en belangrijk om verbinding aan te gaan. Dit kan alleen niet afgedwongen worden. Soufyan Mbaraki: Er is veel pijn, maar we moeten onze jongeren niet leren om het slachtoffer rol niet te omarmen, maar juist om aan te leren hoe ze zelf problemen moeten oplossen. We moeten ook kijken naar context. Ouders en grootouders sluiten niet aan bij 2016. Roemer van Oordt: radicalisering is niet alleen een probleem onder jongens, maar ook onder meiden. Dat wordt onderschat. Juist de moskee kan daar op een laagdrempelige manier iets beteken. Moskeeën hebben een belangrijke rol in het voorkomen van radicalisering. Doevendans ja, ook meiden zijn vatbaar. Dat zien we ook bij criminaliteit. Publiek: ook dames bij zusters voor zusters zijn naar Syrië vertrokken. Cijfers tonen aan dat de meiden radicaliseren. Heeft vaak verband met eerdere criminaliteit t. Het gaat om rigoureuze keuzes. Weerbaarheid en kennis is erg belangrijk.  Ook moeders hebben een belangrijk rol en moeten meer gehoord worden in het debat.

Soufyan: Religieuze vorming is belangrijk. Ik ging altijd naar moskee. Het weekend onderwijs was kwalitatief niet hoogstaand. Ik heb onderwijs gevolgd op een islamitische basisschool. Ondanks ik toen niet het idee kreeg, heeft het uiteindelijk zeker positief bijgedragen. Maar ook bij mij, rond 17 jaar, kwamen vragen over zingeving. Marokkaanse jongeren volgen geleerden imams uit Midden – Oosten.  Marokkaanse infrastructuur is niet stevig genoeg.

Cemil Yilmaz: alle moskeeën welwillend, maar verschil in niveaus. Er is het wantrouwen tussen moskeeën. Moskeeën zouden veel meer met elkaar samen kunnen werken. Debatten van het CMO zijn een middel om jongeren te binden en te activeren. In Hengelo gaan jongeren vanuit de moskee nu zelf aan de slag. Roemer: noemt drie aandachtspunten die door moskeeën opgepakt moeten worden: jongeren willen niet 24/7, maar een deeltaak in moskee; jongeren willen op een andere manier vormgeven aan hun religiositeit; kijken naar mogelijkheid van intergenerationele invulling van besturen. Mustafa Abdikadir: Er is bijna geen aansluiting met de belevingswereld van jongeren. Moskeeën zijn gebouwd door ouderen; jongeren zijn vaak niet welkom als ze op hun manier hun religie willen belevent. Soufyan: we hebben veel imams in de stad. We hebben veel soorten stromingen. De gemeente gaat niet in gesprek met salafistische groepen, terwijl het een breedspectrum aan organisaties is. Dat werkt averechts. Die mening wordt breed gedragen door het panel.

Jongere: “Je moet je als moslimjongeren altijd bewijzen. Er is geen gevoel van erkenning. Wat ik de afgelopen jaren allemaal goed heb gedaan blijkt niets te betekenen als ik geen afstand neem van ISIS. En dat doet pijn”. Soufyan: de gemeente maakt daar werk van, onder meer door de introductie van stopformulieren voor etnisch profileren en de erkenning van moslimdiscriminatie als aparte registratiegrond. Roemer: goed dat gemeente zoveel doet. Maar er worden vaak geen meldingen gedaan. Er is groot wantrouwen richting de de gevestigde organisaties. De moskee kan hier ook een bijvoorbeeld door het inzetten van intermediairs. Sandra: wij moeten klaarstaan voor alle mensen die zelf niet de mogelijkheden en kracht hebben om iets aan hun situatie te veranderen.